Dossieropbouw bij ontslag: wat toetst de rechter?

Is ontslag van een werknemer die niet functioneert sinds 1 juli 2015 moeilijker geworden? Dat hoeft niet per se. Maar… schriftelijke dossieropbouw is nog belangrijker geworden.

In de oude situatie startte de werkgever een ontslagprocedure wegens disfunctioneren. Meestal leidde dit tot ontslag van de werknemer, ook in de gevallen waarin de werkgever het disfunctioneren niet voldoende kon aantonen. De rechter constateerde in die gevallen vaak een verstoorde arbeidsrelatie. Het gebrek aan negatief dossier van de werkgever leidde in die gevallen regelmatig tot een hogere ontslagvergoeding voor de werknemer.

Onder het nieuwe ontslagrecht is dit ingrijpend gewijzigd. Kan de werkgever het disfunctioneren niet aantonen, dan moet de rechter het ontbindingsverzoek afwijzen. De werknemer blijft dan in dienst. De rechter kan niet meer, zoals voorheen, een gebrek aan ontslaggrond compenseren met een hogere ontslagvergoeding.

Kortom: het belang van goede verslaglegging en een goed personeelsdossier is alleen maar belangijker geworden.

Wanneer is sprake van goede dossieropbouw bij ontslag? Voor het antwoord op die vraag is het handig te weten waar de rechter naar kijkt bij zijn beoordeling.

Stappenplan bij disfunctioneren
Bij een disfunctionerende werknemer, dan toetst de rechter op de volgende punten:

A. Is er sprake van een redelijke grond voor ontslag?

  1. Is sprake van ongeschiktheid tot het verrichten van de bedongen arbeid?
  2. Is de ongeschiktheid niet het gevolg van ziekte of gebreken?
  3. Heeft de werkgever de werknemer tijdig in kennis gesteld?
  4. Heeft de werkgever de werknemer in voldoende mate in de gelegenheid gesteld zijn functioneren te verbeteren?
  5. Is de ongeschiktheid niet het gevolg van onvoldoende zorg voor scholing van de werknemer of voor arbeidsomstandigheden?

B. Is herplaatsing in andere functie, al dan niet met behulp van scholing, binnen redelijke termijn niet mogelijk?

 

Als al deze vragen met “ja” worden beantwoord, dan moet een rechter het ontbindingsverzoek toewijzen. Vaak is de werkgever in zo’n situatie de wettelijke transitievergoeding verschuldigd.

Wordt één van de bovenstaande vragen met “nee” beantwoord, dan moet de rechter het ontbindingsverzoek afwijzen. De arbeidsovereenkomst loopt dan onverminderd door, tenzij een andere voldragen ontslaggrond aanwezig is.

Bent u werkgever en wilt u weten hoe u het (dis)functioneren van uw werknemer zo goed mogelijk schriftelijk kunt vastleggen? Wilt u toetsen of uw dossieropbouw voldoende is voor ontslag van een werknemer? Of bent u werknemer en bent u van mening dat uw werknemer ten onterechte een negatief dossier tegen u opbouwt? Neem dan contact op. Appeladvocaat staat u graag bij.

Reacties niet toegestaan.